Elektrische installatie

Uw elektrische installatie voldoet aan alle wettelijk gestelde eisen. Wij adviseren u dan ook dringend om zelf niets aan deze installatie te veranderen, anders vervalt uw garantie. U dient hiervoor een erkend elektrotechnisch bedrijf in te schakelen.

Elektriciteitsleidingen
De meeste elektraleidingen zijn in de betonvloeren van de eerste verdieping en de zolder verdieping weggewerkt. De exacte plaats van deze leidingen is helaas niet aan te geven.
Ook in de wanden bevinden zich leidingen, deze lopen meestal naar een wandcontactdoos of schakelaar. Veiligheidshalve doet u er verstandig aan in een zone van 25 cm aan weerszijden van wandcontactdozen en schakelaars van vloer tot plafond niet in de muren te boren. Wilt u voorwerpen aan de wand bevestigen dan raden wij u aan om de leidingen in de muur op te sporen. Dit kan met behulp van een leidingzoeker welke verkrijgbaar is bij (doe het zelf winkel) de bouwmarkt.

Aardlekschakelaar
De elektrische installatie in uw woning is voorzien van een zogenaamde aardlekschakelaar. Via een aardlekschakelaar is de stroomvoorziening in uw woning beveiligd tegen lekstroom. Zodra ergens een defect ontstaat of als er te veel stroom wordt gebruikt, schakelt de aardlekschakelaar de stroomvoorziening uit. Door de schakelaar in de meterkast in te drukken, schakelt u de stroom weer in. Bij herhaling van de stroomuitschakeling door de aardlekschakelaar doet u er verstandig aan de oorzaak op te (laten) sporen.
Indien u de schakelaar 2 maal per jaar in- en uitschakelt, door middel van de schakelaar in de meterkast, kan dat de levensduur aanmerkelijk verlengen. De aardlekschakelaar dient direct uit te schakelen als u de testknop indrukt. U schakelt de stroom weer in door de schakelknop naar boven te zetten.

Stroomstoring zelf opheffen
Controleer eerst of de stroom overal in uw huis is uitgevallen. Indien dit het geval is, is er grote kans dat het niet aan de huisinstallatie ligt, maar aan het toeleverende energiebedrijf. Is dit niet het geval, ga dan naar de meterkast. In de meterkast ziet u boven de elektriciteitsmeter twee onderdelen waar u bij storing zelf iets aan kan doen: een aardlekschakelaar en twee of meer groepschakelaars.
Elke groepschakelaar zorgt voor de stroomvoorziening van een deel van uw woning. De aardlekschakelaar schakelt uit in geval van een storing in één van de groepen. In geval van storing zal de aardlekschakelaar dus op 'uit' staan. Indien de aardlekschakelaar nog op ‘aan’ staat, ligt de storing vermoedelijk aan het energiebedrijf en dient u dat te waarschuwen (informeert u eerst bij uw buren of zij ook een storing hebben).
Indien de aardlekschakelaar op ‘uit’ staat:

  1. Schakel alle groepsschakelaars uit en schakel de aardlekschakelaar weer in.
  2. Schakel nu één van de groepsschakelaars weer in. Zodra de aardlekschakelaar uitvalt heeft u de groep waarin storing zit te pakken.
  3. Schakel de desbetreffende groepsschakelaar weer uit. Haal vervolgens alle stekkers van lampen en apparaten die op deze groepsschakelaar zijn aangesloten uit de stopcontacten.
  4. Schakel de aardlekschakelaar en de groepsschakelaar weer in. Valt de elektriciteit weer uit, bel dan de installateur. Er is iets mis met het leidingnet van uw woning.

Blijft de schakelaar aan, dan kunnen de apparaten één voor één weer aangesloten worden op het stroomnet. Zodra de elektriciteit weer uitvalt, heeft u het apparaat gevonden dat de storing veroorzaakt.
Heeft u alles gecontroleerd maar nog steeds geen elektriciteit, bel dan een installateur.

Algemene informatie
De bedrading van de elektrische installatie is voorzien van een kleurcode volgens de onderstaande tabel.

Groen/geel   Aardingsdraad
Blauw   Nuldraad voor afvoer van stroom
Bruin     Fasedraad (P) voor toevoer van stroom
Zwart    Schakeldraad voor toevoer van stroom